Roads & Kingdoms
| Shira Rubin | 19 augustus 2015Varkensvlees gold in Israël lang als een verboden vrucht. Maar in het kosmopolitische Tel Aviv doorbreekt een nieuwe generatie Israëli’s het culinaire taboe.
Als de zon ondergaat op het Dizengoff-plein in Tel Aviv sluit een nabijgelegen Kabbalah Centrum zijn lezingenserie op straat af, gaan boetiekjes en galerieën dicht en parkeren strandgangers, nog steeds in hun bikini’s, hun fiets bij de stalling. In de buurt melden volgens de laatste normen geklede hipsters zich bij een van de weinige barbecue-tenten van de stad. Zij komen in drommen voor cocktails en soulfood, maar ook voor iets wat, ook al is het in de meeste kosmopolitische steden niets opmerkelijks, in Israël lang als een verboden vrucht is gezien: varkensvlees. Bij Truck De Luxe kun je urenlang op een terras zitten dat zich tot in de straat uitstrekt, koud bier drinken en een zachte pretzel met bacon-jam wegwerken, of de kenmerkende pannenkoeken met laagjes varkensvlees, bestreken met ahornsiroop, bestellen. De afgelopen vijf jaar is de belangstelling van Israëli’s voor varkensvlees geëxplodeerd, zegt een van de eigenaren van het restaurant, Ori Marmorstein. En omdat de varkensvleesindustrie wordt gemonopoliseerd door slechts een paar boerderijen, grotendeels gelegen in Israëls noordelijke Arabisch-christelijke regio, heeft de vraag de prijs van varkensvlees met bijna honderd procent doen stijgen, zegt hij, tot ongeveer 8 dollar per pond.