Bouwwerken als de Tour Montparnasse in Parijs en de Vele di Scampia in Napels moeten het vaak ontgelden omdat ze lelijk of mislukt zouden zijn. Op verzoek van The New York Times nemen zeven gerenommeerde architecten de verdediging op zich.
Daniel Libeskind over de Tour Montparnasse in Parijs
‘Deze toren geldt als het meest gehate gebouw in Parijs. Ik wil voor het gebouw opkomen, niet omdat het nou zo mooi is maar om het idee erachter. De Parijzenaars raakten in paniek toen ze het zagen maar door het te verwerpen, verwierpen ze ook het idee van de dichtbebouwde ecostad. Door alle toekomstige hoogbouw te verbannen naar buurten ver weg, zoals La Défense, vond de groei alleen nog daar plaats. De Parijzenaars reageerden op esthetische gronden, zoals ze dat meestal doen, maar ze dachten niet na over wat de consequenties zijn als je een vitale, levendige stad wilt hebben in plaats van een museumstad. Mensen zijn geneigd steden te romantiseren, maar onze toenemende ecologische voetafdruk en onze schaarse middelen laten ons geen andere keuze dan goede, betaalbare hoogbouw neer te zetten. Het is geen toeval dat mensen tegenwoordig naar Londen verhuizen: er is niet alleen werk, maar ook beschikbare ruimte. Geen enkele jonge onderneming kan het zich veroorloven zich in Parijs te vestigen. De Tour Montparnasse mag dan misschien geen geniaal ontwerp zijn, hij was wel van belang voor het idee hoe de stad van de toekomst eruit moet komen te zien.’