Al Jazeera
| Doha | 07 januari 2020De aanstelling van de dertiger Sanna Marin als premier van Finland lijkt te bevestigen dat dit land volledige gelijkheid tussen man en vrouw heeft bereikt, maar lopen Finland en de andere Scandinavische landen wel zo voorop? Pakistan had dertig jaar geleden al een vrouw van 35 als minister-president.
Op 10 december benoemden de Finse sociaaldemocraten, de grootste partij in een vijfpartijencoalitie, de 34-jarige minister van Vervoer en Communicatie Sanna Marin tot premier. De relatief onbekende politicus werd daarmee op slag een internationale beroemdheid: het gebeurt immers niet elke dag dat zo’n jonge vrouw de kans krijgt om een land te leiden. In talloze artikelen en nieuwsberichten werd haar onverwachte aanstelling gevierd als een ‘overwinning voor het feminisme’ en werd Finland geprezen om zijn ‘vooruitstrevendheid’. In Finland wordt haar premierschap duidelijk gezien als een blijk van de seksegelijkheid in Scandinavische landen. Maar is Finland met zijn jonge vrouwelijke regeringsleider echt zo uniek? En belangrijker: is een vrouwelijke premier doorslaggevend bewijs dat een land volledige gelijkheid tussen man en vrouw heeft bereikt?