The Atlantic
| Boston | Robinson Meyer | 22 februari 2023Wanneer het vroeger over ‘klimaatoorlog’ ging, doelde men vooral op de ecologische consequenties van klimaatverandering. Nu heeft de term er een geopolitieke dimensie bij gekregen.
Toen ik in 2015 klimaatverandering begon te verslaan, had het begrip ‘klimaatoorlog’ nog maar één betekenis. Als iemand toen zei dat klimaatverandering de wereldorde in gevaar bracht, dacht men hierbij aan de directe gevolgen van opwarming en de indirecte gevolgen die daaruit voortkwamen. Wetenschappers waren bang dat ongekende droogte en overstromingen steden zouden verwoesten en massale migratie zouden veroorzaken, waardoor economische verhoudingen zouden kantelen of extreemrechts nationalisme zou ontstaan. Of ze maakten zich zorgen dat wereldwijde hongersnood voor torenhoge voedselprijzen zou zorgen en ouderwetse grondstoffenoorlogen zou ontketenen. Afgaand op inzichten uit de sociale wetenschappen vreesden ze ook dat weerschommelingen tot revoluties en burgeroorlogen zouden leiden.